Proefexamen N(ovice)

Onder de frequentie van een wisselspanning wordt verstaan:

 
 
 

Onder troposfeer wordt verstaan het gedeelte van de atmosfeer boven het aardoppervlak:

 
 
 

Een nadeel van een eindgevoede halvegolf antenne is:

 
 
 

Drie condensatoren van 30 nanofarad worden in serie

De vervangingscapaciteit is:

 
 
 

R dissipeert 4 watt.

Het gedissipeerd vermogen van de gehele schakeling is:

 
 
 

De veiligste plaats om te werken aan apparatuur onder hoge spanning is een:

 
 
 

Een radiozendamateur met een N-registratie wil uitzenden op 144,990 MHz in de klasse van uitzending F1A en een bandbreedte van 1,2 kHz.

Dit frequentiegebruik is:.

 
 
 

De bandbreedte van een FM-ontvanger wordt bepaald door:

 
 
 

Lange-afstand-communicatie op hf-banden wordt mogelijk gemaakt door het afbuigen van radiogolven in de:

 
 
 

Radioverbindingen in de 2-meter band tussen stations op aarde vinden in het algemeen plaats via de:

 
 
 

Een zen der is afgesloten met een belastin gsweerstand van 50Ω. Het hf-uitgangsvermogen van de zender is:

 
 
 

Een If-uitgangstransformator van een ontvanger:

 

 
 
 

Dit is het blokschema van een EZB-zender.

In dit blokschema ontbreekt de:

 
 
 

Een klein signaal wordt toegevoerd aan de ingang van een transistorschakeling. Aan de uitgang ontstaat een gelijkvormig signaal met een grotere amplitude.

Dit effect heet:

 
 
 

Het woord “EXPORT” wordt volgens het voorgeschreven spellingalfabet gespeld als:

 
 
 

Een zender bestaat uit drie modulen. De totale opgenomen gelijkstroom is 1 ampère.

Het totale opgenomen vermogen van deze drie modulen is:

 
 
 

Een parallelkring heeft:

 
 
 

Een 2-meter FM-station straalt te sterke harmonischen uit.

Als gevolg hiervan kan storing optreden in:

 
 
 

De roepletters GSBEQ worden volgens het voorgeschreven spellingalfabet gespeld als:

 
 
 

Op de ontwerpfrequentie zal deze yagi-antenne de meeste energie uitzenden naar:

 
 
 

De radiozendamateur mag het amateurstation gebruiken voor het uitzenden van:

 
 
 

Indien bij een parallelkring de zelfinductie wordt verdubbeld en de capaciteit wordt gehalveerd, dan zal de resonantiefrequentie:

 
 
 

Het zendvermogen van een zender is instelbaar van 1 tot 50 watt. De zender kan werken van 144-148 MHz.

Mag een radiozendamateur met een N-registratie dit apparaat gebruiken ?

 
 
 

Om de resonantiefrequentie van een antenne te verhogen dient men:

 
 
 

De maximaal toelaatbare stroom die continu door een 10 watt weerstand van 1000 ohm mag lopen is:

 
 
 

Definitie zendvermogen:

Het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap van het radiozendapparaat afgegeven gemiddeld vermogen, gerekend over een periode van de ( … X … ) tijdens het maximum van de omhullende (Peak Envelope Power).

 Op plaats […X…] moet staan:

 
 
 

Een zender is via een kabel met de antenne verbonden.

Door het toevoegen van een antennetuner tussen de zender en de kabel kan:

 
 
 

Een radiozendamateur werkt op een amateurfrequentie waarop de Amateurdienst met een secundaire status is toegelaten.

De radiozendamateur is verplicht om gedurende de uitzendingen:

 
 
 

Een condensator met een capaciteit van 200 uF is een:

 
 
 

Bewering 1:

Een FM-zender wordt gebruikt voor het uitzenden van een digitaal TV-signaal. De klasse van uitzending is F1D.

Bewering 2:

Een enkeIzijbandzender met onderdrukte draaggolf wordt gemoduleerd met een spraaksignaal. De klasse van uitzending is J3E.

Wat is juist?

 
 
 

De wetgever onderscheidt registratie in de categorieën F en N voor het doen van onderzoekingen door radiozendamateurs.

Dit onderscheid bepaalt uitsluitend de toegestane:

 
 
 

Een weerstand kan gemaakt zijn van:

 
 
 

De gebruikelijke bandbreedte van een amateur EZB-teIefoniesignaaI is:

 
 
 

De parallelkring is in

De impedantie tussen X en Y is:

 
 
 

Het spanningsverschil tussen P en Q is:

 
 
 

Aan de antenne-ingang van een TV-ontvanger, geschikt voor frequenties tot 900 MHz, wordt een voorziening geplaatst om oversturing door een 13-cm amateurzender te voorkomen.

Dit moet zijn een:

 
 
 

Het zendvermogen van een zender is instelbaar van 1 tot 50 wat. De zender kan werken van 144-148.

Mag een radiozendamateur met een N-registratie  dit apparaat gebruiken?
 
 
 

Dit is het blokschema van een ontvanger.

Het blokje gemerkt met X stelt voor de:

 

 

 

 
 
 

Dit is het blokschema van een

Het blokje gemerkt met X stelt voor:

 
 
 

Om wisselspanning om te zetten in een gelijkspanning wordt gebruik gemaakt van een:

 
 
 

Vraag 1 van 40