Proefexamen N(ovice)

De roepletters PA3RMI worden volgens het voorgeschreven spellingalfabet gespeld als:

 
 
 

De zelfinductie van een spoel:

 
 
 

De middenfrequentversterker van een superheterodyne-ontvanger:

 
 
 

Wanneer in een geluidinstallatie laagfrequentdetectie optreedt als gevolg van een nabije EZB-zender, die gemoduleerd wordt met spraak, klinkt dat als:

 
 
 

Een amateurzender werkt op 2 meter met FM. Zijn tegenstations melden dat de uitzending sterk vervormd is. De zender werkt op de juiste frequentie.

De oorzaak van de vervorming is waarschijnlijk:

 
 
 

Een zender, welke werkt in de band 144-148 MHz en 100 watt kan leveren, wordt te koop

Mag een radiozendamateur met een N-registratie deze apparatuur gebruiken?

 
 
 

Bij het afstemmen van een superheterodyne FM-ontvanger verandert:

 
 
 

De roepletters PI4RSN worden volgens het voorgeschreven spellingalfabet gespeld als:

 
 
 

Welk schema stelt een resonantiekring voor?

 
 
 

Zie afbeelding:

C9 en L3 vormen hier een:

 

 
 
 

Ter voorkoming van oversturing van een TV-ontvanger door uitzendingen van een 2-meter zender, wordt in de antennekabel van de TV-ontvanger een filter geplaatst, afgestemd op 145 MHz.

Het juiste schema is:

 

 
 
 

Een amateurzender werkend in de 21 MHz band veroorzaakt storing in de frequentieband 61-68.

De storing kan worden verminderd door:

 
 
 

Een zender bestaat uit drie modulen. De totale opgenomen gelijkstroom is 1 ampère.

De stroom in module 3 bedraagt:

 
 
 

Een 50 W staanclegolfmeter (SWR) is met 50Ω coaxkabels van elk 5 meter geschakeld tussen een zender en een belasting X. Deze meter wijst 1 aan.

In X bevindt zich een:

 
 
 

De veiligste plaats om te werken aan apparatuur onder hoge spanning is een:

 
 
 

Wanneer de frequentie van een radiogolf wordt verlaagd, dan:

 
 
 

Welke karakteristiek behoort bij een hoogdoorlaatfilter?

 

 

 

 
 
 

Op welke frequentie is de antenne in resonantie?

 

 
 
 

De wetgever onderscheidt registratie in de categorieën F en N voor het doen van onderzoekingen door radiozendamateurs.

Dit onderscheid bepaalt uitsluitend de toegestane:

 
 
 

Van een drie-elements yagi-antenne moet de voedingslijn worden aangesloten op

 
 
 

Een 10-meter zender veroorzaakt laagfrequentdetectie in een geluidsinstallatie. Om de storing op te heffen worden de laagohmige Iuidsprekeruitgangen ontkoppeld door middel van condensatoren, parallel aan de uitgangen.

De meest geschikte capaciteitswaarde is:

 
 
 

Een radiozendamateur met een N-registratie heeft een zelfbouw 2-meter zender met een zendvermogen van maximaal 60 watt.

Het gebruik van deze zender door de N-geregistreerde is:

 
 
 

Het woord “EXPORT” wordt volgens het voorgeschreven spellingalfabet gespeld als:

 
 
 

Dit is het blokschema van een

Het blokje gemerkt met X stelt voor de:

 

 
 
 

De snelheid waarmee radiogolven zich in de vrije ruimte voortplanten bedraagt ongeveer:

 
 
 

De parallelresonantiefrequentie van deze schakeling wordt bepaald door:

 

 

 

 

 

 

 
 
 

De beste manier om een antennemast te aarden is:

 
 
 

Welke stof is een elektrische isolator?

 
 
 

De mogelijke waarde van een 200 ohm weerstand met een tolerantie van 10% ligt tussen:

 

 
 
 

Het frequentiebereik van een ontvanger loopt van 144 tot 146 MHz. De middenfrequentie is 10 MHz.

Het frequentiebereik van de oscillator kan zijn:

 
 
 

Variabele condensatoren worden gevormd door twee geleiders met daartussen een diëlectricum.

Een vaak toegepast diëlectricum is:

 
 
 

Een antenne straalt in het horizontale vlak gelijkmatig in alle richtingen.

Deze antenne kan zijn een:

 
 
 

Tussen een zender en de coaxiale voedingslijn naar een meerbanden antenne is een pi-filter opgenomen.

Het doel van dit filter is:

 
 
 

In de UHF-band ligt de frequentie:

 
 
 

In een enkelzijbandzender wordt de draaggolf onderdrukt om:

 
 
 

Een geregistreerde radiozendamateur koopt een tweedehands mobilofoon, werkend in de band 146 – 174

Hij  wijzigt het frequentiebereik in 144 – 172 MHz.

Het gebruik van dit apparaat is:

 
 
 

De waarde van deze weerstand is:

 

 
 
 

Met een dipmeter bepaalt men:

 
 
 

De scheidingstrap van een zender bevindt zich:

 
 
 

Bewering 1:

Een dubbeIzijband AM-zender wordt gemodelleerd met een spraaksignaal. De klasse van uitzending is AIA.

Bewering 2:

Een FM-zender wordt gemoduleerd met datasignalen. De klasse van uitzending is F1D.

 Wat is juist?

 
 
 

Vraag 1 van 40