Proefexamen N(ovice)

Een VHF-zender wordt in frequentie gemoduleerd met een lf-signaal.             ,

Het VHF-signaal heeft:

 
 
 

De zelfinductie van een spoel:

 
 
 

Een radiogolf met een golflengte van 60 meter heeft een frequentie van:

 
 
 

In R3 wordt een vermogen gedissipeerd van 2 watt.

 

Het vermogen dat in R1 gedissipeerd wordt is:

 
 
 

De vervangingswaarde is:

 

 
 
 

Het spanningsverschil tussen P en Q is:

 
 
 

Een 50 W staanclegolfmeter (SWR) is met 50Ω coaxkabels van elk 5 meter geschakeld tussen een zender en een belasting X. Deze meter wijst 1 aan.

In X bevindt zich een:

 
 
 

De bandbreedte van een FM-signaal:

 
 
 

De veiligste plaats om te werken aan apparatuur onder hoge spanning is een:

 
 
 

Bij het afstemmen van een superheterodyne FM-ontvanger verandert:

 
 
 

Een met spraak in frequentie gemoduleerd signaal heeft de volgende eigenschap

 
 
 

Een amateurzender werkend in de 21 MHz band veroorzaakt storing in de frequentieband 61-68.

De storing kan worden verminderd door:

 
 
 

Variabele condensatoren worden gevormd door twee geleiders met daartussen een diëlectricum.

Een vaak toegepast diëlectricum is:

 
 
 

Een zender bestaat uit drie modulen. De totale opgenomen gelijkstroom is 1 ampère.

De stroom in module 3 bedraagt:

 
 
 

Een 2-meter FM-station straalt te sterke harmonischen uit.

Als gevolg hiervan kan storing optreden in:

 
 
 

De henry is de eenheid van:

 
 
 

Een enkelzijbandzender werkt met een draaggolfoscillator op 1 MHz. Het zijbandfilter laat uitsluitend signalen in de lage zijband door.

Voor spraaksignalen met frequenties tussen 300 Hz en 3000 Hz zijn de grenzen van de doorlaatband van dit filter:

 
 
 

Het zendvermogen van een zender is instelbaar van 1 tot 50 watt. De zender kan werken van 144-148 MHz.

Mag een radiozendamateur met een N-registratie dit apparaat gebruiken ?

 
 
 

Een radiozendamateur maakt vanuit de auto een verbinding op 2 meter. Tot zijn schrik merkt hij dat hij een zakelijke afspraak niet kan nakomen.

Hij vraagt aan de radiozendamateur met wie hij verbinding heeft dit telefonisch door te geven.

Dit is:

 
 
 

Bij het doorverbinden van de klemmen X en Y wijst de draaispoelmeter volle uitslag aan.

De uitslag halveert bij aansluiten van een weerstand tussen x en y met een waarde van:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 
 

De snelheid waarmee radiogolven zich in de vrije ruimte voortplanten bedraagt ongeveer:

 
 
 

Indien bij een seriekring de zelfinductie en de capaciteit beiden verdubbeld worden zal de resonantiefrequentie:

 
 
 

Halfgeleidend materiaal wordt het meest toegepast in een:

 
 
 

Een hoogdoorlaatfilter is een filter dat:

 
 
 

Bij geopende schakelaar S dissiperen de weerstanden elk 50 watt.

Als de schakelaar S wordt gesloten, is het gedissipeerde vermogen:

 

 
 
 

Bij resonantie is de impedantie Z:

 

 
 
 

De gebruikelijke naam voor element 3 van de yagi-antenne is:

 
 
 

Onder troposfeer wordt verstaan het gedeelte van de atmosfeer boven het aardoppervlak:

 
 
 

Het deel van een EZB-station dat zou kunnen bijdragen aan de onderdrukking van hogere harmonischen in het uitgangssignaal is:

 
 
 

Twee weerstanden van verschillende waarde zijn parallel aangesloten op een spanningsbron. De warmte-ontwikkeling in de weerstand met de laagste waarde is:

 
 
 

Bewering 1:

Een enkelzijbandzender met onderdrukte draaggolf wordt gemoduleerd met een spraaksignaal. De klasse van uitzending is J2B.

Bewering 2:

Een FM-zender zendt een telegrafiesignaal uit, bestemd voor automatische ontvangst. De klasse van uitzending is F1B.

 Wat is juist?

 
 
 

De vervangingsweerstand is:

 

 
 
 

Welke maatregel kan worden genomen tegen het optreden van storing als gevolg van een aanwezig stoorveld?

 
 
 

R dissipeert 4 watt.

Het gedissipeerd vermogen van de gehele schakeling is:

 
 
 

De maximaal toelaatbare stroom bedraagt:

 

 
 
 

Welke bewering is het meest juist?

Radiogolven met een golflengte van 2 meter:

 
 
 

Als van een weerstand van 200 ohm de mogelijke waarde ligt tussen 190 ohm en 210 ohm dan is de tolerantie

 
 
 

Volgens de”gebruikersbepalingen” wordt onder het zendvermogen van een FM-zender verstaan:

 
 
 

De roepletters PI4RSN worden volgens het voorgeschreven spellingalfabet gespeld als:

 
 
 

Een FM-zender wordt gebruikt voor het uitzenden van een facsimilé-signaal

De klasse van uitzending is:

 
 
 

Vraag 1 van 40