Proefexamen N(ovice)

De weerstand R is:

 

 
 
 

Voor de koppeling van de zender met de antenne wordt vaak coaxiale kabel gebruikt.

Een belangrijke reden hiervoor is:

 
 
 

De gebruikelijke bandbreedte van een amateur EZB-teIefoniesignaaI is:

 
 
 

Een 2-meter FM-ontvanger heeft een middenfrequentie van 10 MHz.

Om een signaal op 145 MHz te ontvangen kan de oscillatorfrequentie zijn:

 
 
 

Een potentiometer is:

 
 
 

Bij een FM-zender wordt door het moduleren het aan de antenne afgegeven vermogen:

 
 
 

Lange-afstand-communicatie op hf-banden wordt mogelijk gemaakt door het afbuigen van radiogolven in de:

 
 
 

Welke karakteristiek behoort bij een hoogdoorlaatfilter?

 

 

 

 
 
 

Als van een weerstand van 200 ohm de mogelijke waarde ligt tussen 190 ohm en 210 ohm dan is de tolerantie

 
 
 

De eigenschappen in de troposfeer bepalen in belangrijke mate de voortplanting van radiogolven in de:

 
 
 

Dit is het blokschema van een

Het blokje gemerkt X stelt voor de:

 

 
 
 

Een coaxiale kabel is weergegeven in:

 

 
 
 

Om de maximaal toelaatbare vermogensdissipatie van een weerstand te verhogen, kan men het beste:

 
 
 

In een voedingsapparaat wordt de aangeboden netspanning omgezet naar een andere wisselspanning door:

 
 
 

Indien bij een parallelkring de zelfinductie wordt verdubbeld en de capaciteit wordt gehalveerd, dan zal de resonantiefrequentie:

 
 
 

Het spanningsverschil tussen P en Q is:

 
 
 

Radiogolven met een frequentie van 10 MHz kunnen worden teruggekaatst in de:

 
 
 

De seriekring is in resonatie.

De impedantie is:

 

 
 
 

Bewering 1:

Een dubbeIzijband AM-zender wordt gemodelleerd met een spraaksignaal. De klasse van uitzending is AIA.

Bewering 2:

Een FM-zender wordt gemoduleerd met datasignalen. De klasse van uitzending is F1D.

 Wat is juist?

 
 
 

Dit is het blokschema van een

Het blokje gemerkt met X stelt voor de:

 

 
 
 

Een zenerdiode wordt meestal toegepast om een:

 
 
 

In R1 wordt 36 watt aan warmte

De warmte ontwikkeling in R2 bedraagt:

 
 
 

Een middenfrequentversterker:

 
 
 

De waarde van deze weerstand is:

 

 
 
 

Definitie zendvermogen:

Het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap van het radiozendapparaat afgegeven gemiddeld vermogen, gerekend over een periode van de ( … X … ) tijdens het maximum van de omhullende (Peak Envelope Power).

 Op plaats […X…] moet staan:

 
 
 

Een If-uitgangstransformator van een ontvanger:

 

 
 
 

In weerstand R1 wordt 10 watt gedissipeerd.

Het gedissipeerde vermogen in de gehele schakeling is:

 
 
 

De schakeling is een:

 
 
 

Het voor een radiozendamateur met een N-registratie toegestane zendvermogen in de 2-meter amateurband is:

 
 
 

HF-signalen zijn over lange afstand veelal onderhevig aan snelle fading.

Dit wordt veroorzaakt door onregelmatigheid van:

 
 
 

In de UHF-band ligt de frequentie:

 
 
 

De FM-detector in een 2-meter ontvanger dient om:

 
 
 

Wanneer de frequentie van een radiogolf wordt verlaagd, dan:

 
 
 

De automatische versterkingsregeling van een ontvanger regelt meestal de:

 
 
 

Halfgeleidend materiaal wordt het meest toegepast in een:

 
 
 

Een superheterodyne-ontvanger heeft geen hf-versterker.

Draaien aan de afstemknop verandert de afstemfrequentie van:

 
 
 

Aan de antenne-ingang van een TV-ontvanger voor 50 MHz en hoger wordt een filter geplaatst om oversturing door een hf-amateurzender te voorkomen.

Dit moet zijn een:

 
 
 

Verbindingen in de 14 MHz band over grote afstand worden gemaakt via:

 
 
 

De vervangingsweerstand is:

 

 
 
 

Een 2-meter FM-station straalt te sterke harmonischen uit.

Als gevolg hiervan kan storing optreden in:

 
 
 

Vraag 1 van 40