Proefexamen N(ovice)

Bij het afstemmen van een superheterodyne FM-ontvanger verandert:

 
 
 

De FM-detector in een 2-meter ontvanger dient om:

 
 
 

Een superheterodyne-ontvanger heeft geen hf-versterker.

Draaien aan de afstemknop verandert de afstemfrequentie van:

 
 
 

De schakeling stelt voor:

 

 
 
 

De frequentie van een radiogolf is 0,3 GHz.

De golflengte is:

 
 
 

Het deel van een EZB-station dat zou kunnen bijdragen aan de onderdrukking van hogere harmonischen in het uitgangssignaal is:

 
 
 

Elektromagnetische golven met een frequentie van ongeveer 1,8 MHz:

 
 
 

In Nederland is de frequentie van het lichtnet:

 
 
 

De resonantiefrequentie van een afstemkring wordt bepaald door:

 
 
 

Wanneer in een geluidinstallatie laagfrequentdetectie optreedt als gevolg van een nabije EZB-zender, die gemoduleerd wordt met spraak, klinkt dat als:

 
 
 

De radiozendamateur moet:

 
 
 

Een staandegolfmeter, opgenomen in de antennekabel van een zender, geeft een indicatie van de:

 
 
 

Aansluiting 1 is de:

 

 
 
 

In een kring wordt aan de vaste condensator van 250 pF een afstemcondensator, met een minimumwaarde van 10 pF, parallel geschakeld. De afstemcondensator heeft een capaciteitsvariatie van 500 pF.

De kring ziet een capaciteitsvariatie van:

 
 
 

De seriekring is in resonatie.

De impedantie is:

 

 
 
 

De modulatiemethode voor spraak met de kleinste bandbreedte is:

 
 
 

De inwendige weerstand van de ampèremeter bedraagt 1

De stroom door de weerstand R is gelijk aan:

 

 
 
 

De bandbreedte van een FM-ontvanger wordt bepaald door:

 
 
 

In het blokschema is de functie van blok 7:

 
 
 

Zie afbeelding:

C9 en L3 vormen hier een:

 

 
 
 

De veiligste plaats om te werken aan apparatuur onder hoge spanning is een:

 
 
 

 

Afbeelding 1

Transformator T2 dient voor het:

 
 
 

De mengtrap van een enkel superheterodyne-ontvanger dient om uit het antennesignaal met het oscillatorsignaal:

 
 
 

Voor een constante uitgangsspanning dient de ingangsspanning:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 
 

Een geregistreerde radiozendamateur gebruikt zijn amateurstation als een onbemand relaisstation.

Dit is:

 
 
 

Een amateur zendt op een golflengte van 2197 meter.

De hiermee overeenkomende frequentie ligt in de band:

 
 
 

Het zendvermogen van een zender is instelbaar van 1 tot 50 wat. De zender kan werken van 144-148.

Mag een radiozendamateur met een N-registratie  dit apparaat gebruiken?
 
 
 

De vervangingsweerstand is:

 
 
 

Welk schema stelt een resonantiekring voor?

 
 
 

De maximaal toelaatbare stroom die continu door een 10 watt weerstand van 1000 ohm mag lopen is:

 
 
 

Twee gelijke condensatoren met waarde C worden parallel geschakeld.

De capaciteit van de parallelschakeling wordt:

 
 
 

Definitie zendvermogen:

Het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap van het radiozendapparaat afgegeven gemiddeld vermogen, gerekend over een periode van de ( … X … ) tijdens het maximum van de omhullende (Peak Envelope Power).

 Op plaats […X…] moet staan:

 
 
 

Gedurende een uitzending dient de radiozendamateur zijn roepletters:

 
 
 

De vervangingsweerstand is:

 

 
 
 

De voortplanting van radiogolven over grote afstand in de 2-meter band is vooral afhankelijk van:

 
 
 

Een klein signaal wordt toegevoerd aan de ingang van een transistorschakeling. Aan de uitgang ontstaat een gelijkvormig signaal met een grotere amplitude.

Dit effect heet:

 
 
 

Een AM-zender wordt gemoduleerd met spraak.

De klasse van uitzending is:

 
 
 

Als de detectieschakeling met BFO wordt meegeteld dan heeft een enkelvoudige superheterodyne-ontvanger.

 
 
 

Deze L-C schakeling heeft:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 
 

De mogelijke waarde van een 200 ohm weerstand met een tolerantie van 10% ligt tussen:

 

 
 
 

Vraag 1 van 40