Proefexamen N(ovice)

De frequentie van een radiogolf is 0,3 GHz.

De golflengte is:

 
 
 

Een parallelkring heeft:

 
 
 

In de “gebruikersbepalingen” wordt onder het radiostation verstaan, een of meer radiozendapparaten:

 
 
 

Een zender is aangesloten op een kunstantenne (dummy load). Het uitgangsvermogen van de zender wordt een factor 4 vergroot.

De uitgangsstroom wordt dan:

 
 
 

Een nadeel van een eindgevoede halvegolf antenne is:

 
 
 

Een weerstand kan gemaakt zijn van:

 
 
 

De versterkertrap werkt op 145 MHz

Wat is juist?

 

 

 
 
 

De wetgever onderscheidt registratie in de categorieën F en N voor het doen van onderzoekingen door radiozendamateurs.

Dit onderscheid bepaalt uitsluitend de toegestane:

 
 
 

De bandbreedte van een FM-ontvanger wordt bepaald door:

 
 
 

In R1 wordt 36 watt aan warmte

De warmte ontwikkeling in R2 bedraagt:

 
 
 

Door een weerstand van 2 kilo-ohm loopt een stroom van 5 milliampère.

De spanning over de weerstand is:

 
 
 

Halfgeleidend materiaal wordt het meest toegepast in een:

 
 
 

Een waarde van 200 pF wordt bereikt met:

 

 
 
 

De bruikbaarheid van de 28 MHz band voor intercontinentaal radioverkeer is het grootst:

 
 
 

Als selectieve laagfrequentversterker kan het best worden gebruikt:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 
 

De zelfinductie van een spoel:

 
 
 

In de algemene bepalingen van de Telecommunicatiewet komt de volgende definitie voor:

“ ( – X – ): apparaten die naar hun aard bestemd zijn voor het zenden of het zenden en ontvangen van radiocommunicatiesignalen.”

In plaats van ( – X – ) staat:

 
 
 

De roepletters GSBEQ worden volgens het voorgeschreven spellingalfabet gespeld als:

 
 
 

De waarde van deze weerstand is:

 
 
 

Wanneer in een geluidinstallatie laagfrequentdetectie optreedt als gevolg van een nabije EZB-zender, die gemoduleerd wordt met spraak, klinkt dat als:

 
 
 

De snelheid waarmee radiogolven zich in de vrije ruimte voortplanten bedraagt ongeveer:

 
 
 

De modulatievorm welke de minste storing door laagfrequentdetectie veroorzaakt is:

 
 
 

Als een radiozendamoteur zijn yagi-antenne in een bepaalde richting zet en gaat zenden, blijkt bij de buren de CD-speler gestoord te worden. De CD-speler heeft een CE-keurmerk.

De storing is waarschijnlijk het gevolg van:

 
 
 

De weerstand R is:

 

 
 
 

Een AM-zender wordt gemoduleerd met spraak.

De klasse van uitzending is:

 
 
 

Het zendvermogen van een 2-meter FM-teIefoniezender is:

 
 
 

In weerstand R1 wordt 10 watt gedissipeerd.

Het gedissipeerde vermogen in de gehele schakeling is:

 
 
 

Lange-afstand-communicatie op hf-banden wordt mogelijk gemaakt door het afbuigen van radiogolven in de:

 
 
 

Eén van deze toepassingen van een transformator is niet juist

 
 
 

Dit is het blokschema van een

Het blokje gemerkt met X stelt voor de:

 

 
 
 

De middenfrequentversterker van een superheterodyne-ontvanger:

 
 
 

Een zenerdiode wordt meestal toegepast om een:

 
 
 

Het doel van een FM-detector in een ontvanger is:

 
 
 

Aan de antenne-ingang van een TV-ontvanger voor 50 MHz en hoger wordt een filter geplaatst om oversturing door een hf-amateurzender te voorkomen.

Dit moet zijn een:

 
 
 

Gedurende een uitzending dient de radiozendamateur zijn roepletters:

 
 
 

De scheidingstrap van een zender bevindt zich:

 
 
 

Een radiozendamateur met een N-registratie heeft een zelfbouw 2-meter zender met een zendvermogen van maximaal 60 watt.

Het gebruik van deze zender door de N-geregistreerde is:

 
 
 

Een dikke koperdraad heeft in vergelijking met een dunne koperdraad van dezelfde lengte:

 
 
 

De vervangingsweerstand is:

 

 
 
 

Tijdens uitzendingen op frequenties, waarop de Amateurdienst met een secundaire status is toegestaan, is de radiozendamateur verplicht:

 
 
 

Vraag 1 van 40